woensdag 18 april 2012

Breivik als christen


Trouw bericht dat Ides Nicaise in De Morgen een oproep doet aan kerken en christenen om afstand te nemen van Anders Breivik. De Noorse massamoordenaar beroept zich op zijn christelijke identiteit en fundeert mede daarin het recht, sterker nog: de noodzaak, om te strijden tegen de Islam. Nicaise stelt dat kerken zich veel explicieter moeten distantiëren van Breiviks ideeën, op de wijze waarop Fetullah Gülen dat gedaan heeft ten opzichte van Osama bin Laden. Nicaise heeft gelijk en ik neem de handschoen graag op, zonder overigens op enigerlij wijze te kunnen spreken namens ‘de kerken’.

Ik ben ervan overtuigd dat verreweg de meeste christenen, waar ook ter wereld, gruwen van Breivik, van zijn daden en van zijn gedachten. Leidt dat tot een publieke veroordeling door de kerken? Tot dusverre vooral onuitgesproken en impliciet, vooral omdat zijn daden zó abject zijn en zijn ideeën zó weerzinwekkend, dat het vanzelf spreekt dat christenen zich van de man distantiëren. Zou het explicieter kunnen? Ja, vast wel. Is dat nodig? Misschien wel, omdat het duidelijk zo maken waar het de kerken, waar het christenen om gaat.

Deze situatie stelt een aantal vragen heel scherp. Allereerst is er de vraag hoe we moeten aankijken tegen Breiviks ‘christelijke’ pleidooi. Daarnaast is er de kwestie of er een verschil is tussen Breivik en Bin Laden. En tenslotte stelt Breivik ons voor de vraag wat zijn misdaad en zijn verdediging doen met ons mensbeeld.

Allereerst Breivik als christen. Zijn beroep op het christendom als legitimering van het door hem gebruikte geweld is volkomen fout. In het christelijk geloof gaat het om mededogen, om erbarmen, om naastenliefde en liefde tot God. In wat Breivik heeft gedaan is geen enkele plaats voor welk van die ideeën dan ook. Hij heeft een ultieme daad van vernietiging gepleegd, waarbij hij willekeurige mensen vermoord heeft. Zijn slachtpartij legitimeert hij achteraf met een ogenschijnlijk doordachte verdediging: het zou een daad zijn ter bescherming van de christelijke cultuur, ter bescherming van de rechtstaat. Dat is natuurlijk zo onzinnig, dat geen zinnig mens er maar een woord aan vuil wil maken. Breivik als christen is een lachertje. Het is een leugen achteraf en als hij het zelf gelooft, gaat het om een volslagen waanidee. Een eerste blik op de bijbel leert ons dat Jezus’ eerste volgelingen zijn ideeën hieromtrent als volgt samenvatten:

‘Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.’ (Matteüs 5:21-22, NBV).

Een christelijke ethiek houdt in dat je bij een conflict geen wapen pakt, maar spreekt. Volgens boven geciteerde woorden van Jezus staat schelden zelfs al gelijk aan moord en helder is dat ook schelden niet mag. Laat staan schieten. Exit dus Breivik als christen.

Dat brengt ons bij de tweede vraag: wat is het verschil tussen Breivik en Bin Laden? In het kort luidt het antwoord: geen. Je zou hoogstens kunnen zeggen dat Breivik zelf geschoten heeft of dat Bin Laden meer slachtoffers gemaakt heeft. Maar uiteindelijk maakt het geen verschil. En wanneer je langs die lijn verder denkt, maakt het ook geen verschil of je 77 mensen doodschiet, 2973 mensen, 6 miljoen joden of één mens. Vanuit christelijk perspectief is het leven heilig en wie zich bezondigt aan het doden van een mens, heeft zich te verantwoorden tegenover God en mens. Dit is een heel helder standpunt en een alternatief is er niet. Het gaat namelijk niet om het getal. Als 77 mensen doden niet geoorloofd is, is het doden van tien mensen dat dan wel? En als tien mensen doden niet geoorloofd is, is het doden van twee dat dan wel? Als het doden van twee mensen niet geoorloofd is, is het doden van een dat dan wel? Neen! Dat betekent, dat de grens niet ligt bij het aantal slachtoffers, maar bij moord. In jodendom, christendom én islam is de grens niet het aantal doden, maar het doden zelf. Dat maakt dat Breiviks beroep op het christendom theologisch net zo fout is als Bin Ladens beroep op de islam.

Zo komen we bij de derde vraag. Wat leert Breivik ons over de mens? Wat hier opvalt, is de machteloosheid die het proces van Breivik in brede kring oproept. Er is bij velen – terecht –  verontwaardiging, woede, afschuw, walging. Dat roept in het algemeen de behoefte op om weg te kijken, om de aandacht op iets anders te vestigen. Maar wat als we dat nu even niet doen? Er is maar een conclusie uit dit geheel: het beeld van de mens als goed is aan herziening toe. Is de mens slecht? Nee, beslist niet. Er zijn talloze voorbeelden te geven van mensen die afzien van hun eigenbelang, die zich ontfermen over hun medemensen, die puur goed doen. Dat is de mens zoals we hem graag zien. Je zou daardoor kunnen gaan geloven dat de mens volledig goed is. Maar goed doen en goed zijn zijn twee verschillende zaken. Breivik toont aan dat een mens ook kwaad kan doen. Het kwaad bestaat in zijn geval niet alleen uit zijn daden, maar ook uit zijn schaamteloze verdediging van wat hij heeft gedaan. Het leert mij in ieder geval dat de mens ook kwaad kan doen. Vreselijk kwaad zelfs. Toen ik theologie studeerde was de verwerking van de Tweede Wereldoorlog nog in volle gang. De theologische impact van Hitler was dat het bewustzijn doorbrak dat hij geen buitencategorie, geen duivel was. Hij was een mens en dat was het ergste van alles. En als één mens tot dergelijke gruweldaden in staat is, dan schuilt de capaciteit om zoiets te doen in iedere mens. Dat willen we maar al te graag vergeten, maar Breivik toont aan dat het klopt. Dit is de diepere reden waarom zovelen sprakeloos zijn bij het aanschouwen van zijn proces.

Om terug te komen bij Nicaise: het christelijk geloof heeft een woord dat deze potentie tot kwaad in de mens uitdrukt. Het is het woord ‘zonde’. Ook zo’n term waarbij je maar liever de andere kant opkijkt. Triest genoeg blaast Breivik deze term nieuw leven in. 

vrijdag 6 april 2012

The Passion Rotterdam – Pasen 2012


Op de avond van Goede Vrijdag 2012 heb ik alsnog The Passion Rotterdam kunnen bekijken, daags eerder uitgezonden op televisie. Verleden jaar viel het project in Gouda me tegen, maar dit jaar reageer ik anders. Ben ik veranderd? Is de uitvoering zo anders? Misschien wel allebei. Hoe dan ook: ik heb een bijzondere uitzending gezien.

In 1981 ging ik theologie studeren. Ik moest me toen tegen de hele wereld verantwoorden: “Theologie? Ga toch iets nuttigs doen! Ga een vak leren waar je geld mee kunt verdienen! Of wijd je leven tenminste aan iets anders dan dit soort onzin.” Dat was de gemiddelde reactie.
Wie had toen kunnen denken dat anno 2012 een eigentijds passiespel, met grootheden uit de Nederlandse populaire muziek, massaal uitgevoerd in Rotterdam, met duizenden bezoekers, live op prime time op Nederland 1 zou worden uitgezonden? En dat die uitzending live 1,7 miljoen kijkers zou trekken?

Ik heb van theologie mijn vak gemaakt en ben gespecialiseerd in het Nieuwe Testament. Ik wijd mijn leven dus aan het bestuderen van de teksten waarvan bij The Passion een nieuwe vertolking geboden werd. Het was misschien wel daardoor dat ik met enige scepsis de uitzending aanzette. Ik wilde het zien, vooral om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt.

Voordat ik uitzendinggemist.nl opzocht, had ik de nodige kritische reacties gezien. Zo schreef het Reformatorisch Dagblad over de vervlakking van het evangelie. De Volkskrant, waarop ik zelf een abonnement heb, viel weer eens terug in intellectualistisch anti-religieus geneuzel door het hele project genadeloos af te serveren. De combinatie maakte me nieuwsgierig. Als een eigentijdse vertolking wordt afgewezen door traditionele christenen én seculiere grachtengordelintellectuelen is er dus iets aan de hand. Dan gebeurt er iets, wat niet past binnen de kaders van vooringenomen posities. Tijd dus voor een analyse.

Ik moet ogenblikkelijk toegeven dat ik vooringenomen was voordat ik ging kijken. Danny de Munk als Jezus, Frans Bauer als Petrus, Berget Lewis als Maria. Daar moest ik me even overheen zetten. Alledrie zijn ze goed, daar niet van, maar hun genre is het mijne niet. En toen zag ik een stukje van De Wereld Draait Door van woensdag 4 april. Matthijs van Nieuwkerk probeerde het onderwerp, als zo vaak wanneer het gaat om een religieus onderwerp, wat lacherig te introduceren. Danny de Munk als Jezus, Frans Bauer als Petrus, Berget Lewis als Maria, dat is toch een goeie grap? Tot mijn verrassing reageerden de artiesten op een andere manier dan Van Nieuwkerk leek te verwachten. (Overigens spreidde hij zijn onkunde aardig ten toon door van Petrus te zeggen dat hij Jezus driemaal “verraden” heeft, in plaats van “verloochend” – ontkend dus).  Het verhaal bleek iets met hen te doen.

Intussen had ik geprobeerd mijn vooringenomenheid te overwinnen en tenminste het project te bekijken. Dat is dus vanavond gelukt en nu is de vraag: wat heb ik gezien?

Ik was verrast en ontroerd. Verrast, omdat hier iets heel bijzonders gebeurde. Ontroerd, omdat een totaal eigentijdse interpretatie van het lijdensverhaal van Jezus Christus op een spraakmakende manier gebracht werd. Technisch was het allemaal uitstekend verzorgd. De keuze van de muziek was heel erg goed, de vertolking van de muziek was ronduit prima en de opnames waren bijzonder knap. De uitzending was dus vreselijk goed samengesteld.

Dan blijven er twee vragen over: Kun je met het evangelie op deze manier omgaan? En: hoe kijk ik daarnaar als nieuwtestamenticus, theoloog, gelovige?

Eerst de eerste vraag: kun je met het evangelie op deze manier omgaan? Een punt van kritiek dat wel geventileerd wordt, is dat je een heilig verhaal niet zo mag weergeven. Populaire artiesten, overwegend seculier, die het verhaal van Jezus neerzetten, is dat geen heiligschennis? Ach, ik herinner me de ontvangst van Jesus Christ Superstar, begin jaren 70. In traditionele kringen, waartoe mijn ouders behoorden, werd die musical over het lijden en sterven van Jezus kritisch bekeken. Als tiener was ik er dol op. Niet alleen vanwege de briljante muziek, maar ook – vooral – vanwege het verhaal. Ook toen klonk dus de kritiek. Ian Gillan, de zanger die in de musical versie de rol van Jezus vervulde, was vooral de lead-singer van Deep Purple. Wie kent zijn Child in Time niet? Een fantastische rockzanger. Hoe kon zo’n man nou toch Jezus spelen? Hoe kan Danny de Munk nou toch Jezus spelen? Het is dezelfde discussie.

De afgelopen week zijn talloze Nederlanders naar een uitvoering van de Matthäus Passion geweest. Ook voor mij behoort Bachs meesterwerk tot de allermooiste muziek ooit door een mens geschreven. Eigenlijk: een Godsbewijs. De vraag is alleen of de vele tenoren die in dat meestwerk de rol van Jezus zingen beter geschikt zijn voor die rol dan Danny de Munk. De muziek is anders, maar het probleem niet. Ten diepste is het een theologisch probleem: hoe kun je als mens de rol van Gods Zoon vervullen? Kan dat wel? Mag dat wel?

Ja, het mag. Het verhaal van Jezus is een verhaal dat telkens opnieuw, in telkens nieuwe omstandigheden verteld moet worden. En dus kan ook Danny de Munk Jezus zijn.

Dan blijft de tweede vraag over: hoe kijk ik hiernaar als theoloog en als gelovige?

Artistiek en filmisch was het een groot succes. Indrukwekkend, hoe woorden van Bløf, Ruth Jacott, De Dijk, Paul de Leeuw, Andre Hazes, Stef Bos, Gordon, Marco Borsato, Frank Boeijen en Toon Hermans een nieuwe dimensie krijgen door ze te plaatsen in het lijdensverhaal van Jezus Christus. Als bijbelwetenschapper zou ik een hoop kritische opmerkingen kunnen plaatsen bij de manier waarop de evangeliën verwerkt zijn in The Passion, maar dat doe ik niet. Ik heb een heel bijzonder project gezien, dat een enorm publiek bereikt heeft.

De enige kritische noot die ik nu nog wil slaken is: het boek is beter. Ik hoop dat het zien van The Passion de kijker ertoe aanzet nu de evangeliën ter hand te nemen en te gaan lezen. Voor de beginnende lezer zou ik dan willen afsluiten met het advies: lees dit Paasweekend eens het hele evangelie van Marcus. Kijk eens wat het met je doet.

Al met al denk ik dat een groot compliment aan EO, RKK, PKN en het bisdom Rotterdam op zijn plaats is.

En na het lijdensverhaal is het nu tijd voor het feest van de opstanding. Een gezegend Pasen gewenst!