woensdag 19 september 2012

Made in Heaven — het Evangelie van Jezus’ Vrouw


In een nieuw gevonden papyrusfragment lijkt Jezus te spreken over Maria Magdalena als “mijn vrouw”. Wat is de status van dit fragment?

Professor Karen King van Harvard Divinity School presenteerde gisteren, 18 september 2012, belangrijk nieuw onderzoek bij een koptologen congres in Rome. In december 2011 kreeg zij toegang tot een papyrusfragment uit een privécollectie. De eigenaar wenst anoniem te blijven, maar heeft zijn bezit uitgeleend voor wetenschappelijke bestudering. In de analyse van King gaat het om een stuk van een onbekend evangelie. Het in het koptisch gestelde fragment dateert waarschijnlijk uit de vierde eeuw, maar het onbekende evangelie dateert zij — tentatief! — in de tweede helft van de tweede eeuw. 

De eerste vraag bij een vondst als deze is altijd: betreft het hier wel een origineel document? Is het geen vervalsing? King heeft de hulp ingeroepen van twee experts, Roger Bagnall en (Nederlandse) AnneMarie Luyendijk. Gedrieën komen zij tot de conclusie dat het inderdaad een oud document betreft en dat ook het handschrift daadwerkelijk uit de vierde eeuw stamt. Zonder in details te willen treden kan ik aangeven dat de redenering mij overtuigt. Het lijkt dus inderdaad te gaan om een stukje papyrus uit de vierde eeuw. 

Nu bevat het fragment maar enkele, fragmentarische, regels Koptisch en heeft het de grootte van ongeveer een creditcard. Het is dus bijzonder klein en de informatie die het biedt is daarmee uiterst beperkt. Wel is duidelijk dat het blad aan weerszijden beschreven is. Vermoedelijk is de achterkant langere tijd aan het licht blootgesteld geweest, want daar is de inkt nogal vervaagd. Gelukkig staat de verwijzing naar Jezus’ echtgenote op de voorzijde.

De tweede vraag is dan natuurlijk welke tekst in dat handschrift bewaard gebleven is. De fragmentarische aard van het materiaal staat identificatie met een ons bekend evangelie niet toe. Daar moet dan wel bijgezegd worden, dat de woorden die Jezus hier uitspreekt (“Mijn vrouw…”) in geen enkele andere tekst voorkomen. Het lijkt er dan ook op dat dit fragment afkomstig is uit een ons tot nu toe onbekende tekst.

Wat is de reden voor King om deze tekst te dateren in de tweede eeuw? Hier gebruikt zij, bij gebrek aan beter, circumstantial evidence. Het is deze periode waarin teksten als het Evangelie van Maria, het Evangelie van Filippus en de nodige vergelijkbare teksten geschreven zijn. Verder lijkt de thematiek van het hier besproken fragment overeen te komen met thema’s die we in genoemde geschriften aantreffen.

Het zou verleidelijk zijn hier een lange, wetenschappelijke beschouwing te geven, maar daar is een blog niet voor. Daarom houd ik het bij nog twee belangrijke kwesties. Allereerst de historische status van deze informatie en in de tweede plaats de vraag hoe het huwelijk in de kringen gezien werd waaruit deze tekst klaarblijkelijk voortkomt.

De historische status van deze informatie is betrekkelijk gering. Net als bij de vondst van het Judasevangelie, een aantal jaren geleden, is de eerste opmerking die gemaakt moet worden: een dergelijk geschrift zegt iets over de opvattingen van degenen die dit geschrift hebben voortgebracht. Hoe moeten die opvattingen dan gerelateerd worden aan de historische Jezus? In dit geval lukt dat niet. Nergens in de oudere informatie over Jezus is er sprake van dat hij getrouwd geweest zou zijn. Op basis van één enkele vermelding door een literaire (!) Jezus van “mijn vrouw” aannemen dat de historische Jezus daadwerkelijk getrouwd geweest zou zijn, is wetenschappelijk gezien onverantwoord. Dit fragment zegt dus niets over de historische Jezus.

Wat is dan het belang? In haar analyse relateert King de nieuwe vondst aan de wijze waarop in andere teksten uit de vroege kerk gesproken wordt over het huwelijk. In de eerder genoemde evangeliën van Maria en Filippus wordt Maria Magdalena neergezet als een bijzondere metgezel van Jezus. Tot aan de vondst van het huidige fragment leek het er vooral op dat zij daar geldt als de spirituele wederhelft van Jezus, maar met de nieuwe informatie die nu beschikbaar is, zouden ook deze geschriften wel een aanduiding kunnen zijn dat sommige christenen in de late tweede eeuw meenden dat Jezus en Maria Magdalena getrouwd waren. 

Het belang van de nieuwe informatie ligt dus niet in de reconstructie van het leven van Jezus, maar veeleer in onze kennis van het vroege christendom. Het lijkt erop, aldus King, dat het huwelijk in deze kringen niet alleen een metafoor voor mystieke eenwording met God was, maar dat men ook aan het feitelijke huwelijk tussen een man en een vrouw een hoge status toekende. Zó hoog, dat men zich niet kon voorstellen dat Jezus ongetrouwd geweest was. 

De leidende gedachte in deze kringen zou dan, doorredenerend op het werk van King, geweest zijn, dat in de hemelse sferen koppels van mannen en vrouwen gesmeed waren, die op aarde met elkaar door het leven dienden te gaan. Aldus was het huwelijk voor deze christenen made in heaven.

Het is nog te vroeg om alle implicaties van deze vondst te kunnen overzien. De authenticiteit van het fragment lijkt gewaarborgd, het betreft in dat geval zeker een ons tot nu toe onbekende tekst en de interpretatie die Karen King van deze tekst biedt is solide. Al zullen Dan Brown-adepten ogenblikkelijk op deze vondst springen om diens complot-theorie tot historisch betrouwbaar uit te roepen, feit is dat deze tekst niets zegt over de historische Jezus. Tegelijk gaat het hier wel om alweer een bewijs dat het vroege christendom aanzienlijk veelkleuriger was dan velen voor waar (willen) houden.

  • Sam Janse, “Was Jezus getrouwd?”, in Buiten de vesting. Een woord-voor-woord vertaling van alle deuterocanonieke en enkele apocriefe bijbelboeken, vertaald door Pieter Oussoren en Renate Dekker (Vught: Skandalon, 2008), 659-663.

2 opmerkingen:

  1. Dit is de reactie van April DeConick:

    http://www.aprildeconick.com/forbiddengospelsblog.php

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Excellent reminder of which questions this particular fragment can be expected to answer and those which it cannot...Dan Brown notwithstanding!

    BeantwoordenVerwijderen